Verzuring, een verstoring van het zuur-base evenwicht
Voor het goed functioneren van diverse functies in het lichaam is het van belang om de zuurgraad van het bloed binnen zeer nauwe grenzen te houden. De zuurgraad van het bloed, weergegeven in pH, is afhankelijk van de hoeveelheid basische en zure stoffen opgelost in het bloed, vandaar de term: zuur-base-evenwicht. De normale grenzen bij de mens voor de pH van het bloed liggen tussen de 7,35 en 7,45. Bloed binnen deze pH-waarden noemen we ‘licht basisch”.
Natriumbicarbonaat, de basische buffer van het lichaam
Ons leven en onze gezondheid zijn gebaseerd op de instandhouding van ons inwendige milieu. Zoals de continue instandhouding van het juiste suikergehalte in het bloed, is ook het handhaven van het zuur-base-evenwicht een topprioriteit. Daar waar het suikergehalte wordt gehandhaafd door de aanmaak van insuline, probeert het lichaam het bloed licht basisch te houden door de aanmaak van met name natriumbicarbonaat. Dit gebeurt via de nieren en de alvleesklier.
De basische buffer neemt af als we ouder worden
Figuur 1, grafiek B van de Journal of Gerontology (Tijdschrift voor Gerontologie): BIOLOGICAL SCIENCES, 996, Vol. 51A. Nr. 1, B91-B99. dr. Lynda Frassetto van de Universiteit van Californië, San Francisco Een onvoldoende hoeveelheid bicarbonaten in ons bloed vermindert het vermogen om de zure afvalstoffen die ons lichaam produceert te neutraliseren en af te voeren. Omdat het lichaam de zuren niet voldoende meer kan bufferen en uitscheiden slaat ze deze op. De zure afvalstoffen verschijnen als o.a. cholesterol, vetzuren, urinezuur, uraat, sulfaat, fosfaat en nierstenen op allerlei plaatsen in ons lichaam (botten, gewrichten, spierweefsel, bindweefsel) De opslag van zuren is een grondoorzaak van veroudering en allerlei chronische aandoeningen. De leeftijd van 45 is de gemiddelde leeftijd waarop mensen beginnen met het tonen van symptomen hoge bloeddruk, jicht, artrose, fibromyalgie, psoriasis en vele andere degeneratieve verzuringsaandoeningen. Natriumbicarbonaat, de basische buffer in ons lichaamNatriumbicarbonaat is een basische buffer in ons bloed. In het bloed bevindt zich zowel een basische als een zure buffer die de pH van het bloed continu monitoren om een ​​constante pH van het bloed van 7,365 te handhaven. Als het bloed te basisch wordt, werkt de zuurbuffer om de pH omlaag te brengen, en als het bloed te zuur wordt, werkt de basische buffer om de pH te verhogen. Basische buffers zijn bicarbonaat (HCO3-) gepaard met basische mineralen. Voorbeelden daarvan zijn natriumbicarbonaat (NaHCO3), kaliumbicarbonaat (KHCO3), calciumbicarbonaat (Ca(HCO3)2) en magnesiumbicarbonaat (Mg(HCO3)2). De zuurbuffer bestaat vooral uit koolzuur (H2CO3), een combinatie van water en kooldioxide. Volledig verbrande koolhydraten worden kooldioxide (CO2) en water (H2O), daarom is er geen tekort aan zuurbuffers in het bloed. |
De afname van natriumbicarbonaat zorgt ervoor dat het bloed wordt beperkt in het handhaven van de juiste zuurgraad (pH 7,365). De zuurgraad van het bloed kan slechts binnen een zeer kleine marge bewegen om het lichaam in leven te houden. Wanneer de hoeveelheid zure afvalstoffen in het bloed groter is dan de bicarbonaten kunnen bufferen, gaat het lichaam over tot andere “slimme” overlevingsmechanismen:
- Het lichaam bindt de overtollige zure afvalstoffen met basische mineralen. Basische mineralen worden door het lichaam gehaald uit de botten, tanden, nagels, huid, haarbodem e.d. om te binden met overtollige zuren. Door deze binding ontstaan “zure zouten” die op diverse plekken in het lichaam kunnen worden opgeslagen. Verzuring leidt hierdoor ook tot het structureel afnemen van belangrijke mineralenvoorraden.
- Het lichaam zet de vloeibare zuren om in vaste vorm door kristallisatie. Hierbij wordt overtollig urinezuur door het lichaam omgezet in urinezuurkristallen waardoor aandoening zoals jicht kan ontstaan.
- Het lichaam houdt vocht vast om de concentratie van zuren te verlagen. Door vocht vast te houden op plekken van het lichaam waar vloeibare zuren zich manifesteren, wordt de concentratie van deze zuren lager. Een lagere concentratie betekent dat de zuurgraad op die plekken wordt verlaagd zodat er weer evenwicht ontstaat. Bij oudere mensen zie je vaak dat veel vocht wordt vastgehouden in de onderbenen en voeten, een teken dat daar veel zure afvalstoffen zijn opgeslagen.
Door deze overlevingsmechanismen houdt het lichaam het zuur-base evenwicht op de korte termijn in evenwicht, maar dit zal op langere termijn tot allerlei verzuringsklachten en aandoeningen (indicaties) leiden als artrose, jicht, hoge bloeddruk, kalknagels, brandend maagzuur, fibromyalgie.